EISE EISINGA DE VERLICHTING IN NED.

42. UW PLANETARIUM EEN MONUMENT DER VERLICHTING

Sporen van Verlichting :Van Immanuel Kant (18e eeuw) via Hannah Arendt ( 20 e eeuw) naar Bettina Stangneth (21 e eeuw) met het 'KWADE DENKEN'.

De ideeēn van Kant vind ik ook terug bij Hannah Arendt die denken beschouwde als een dialoog met je gewetenen.

42.‘UW PLANETARIUM IS EEN MONUMENT IN DE HISTORISCHE STROOM VAN DE VERLICHTING’                          

Enkele weken na de opening bezocht professor Antoine Chaudoir 

het Planetarium. Hij had het boek van Van Swinden over het Planetarium met zijn studenten behandeld en legde mij een lijst met vragen voor die ze met mij wilden bespreken.

“Het zijn allemaal technische, ‘hoe en wat vragen’“, zei hij, “maar ik wil mijn studenten ook leren om op een geheel andere manier naar het Planetarium te kijken, behalve sterrenkunde doceer ik namelijk ook filosofie. 

Tijdens de observatie van de conjunctie van Jupiter en de Maan op het Bolwerk en het daaropvolgende bezoek aan het planetarium vertoefde ik met mijn gedachten voortdurend bij de gedachtenwereld van Immanuel Kant en dat maakte het geheel voor mij tot een bijzonder feestelijk gebeuren. Uw Planetarium, meneer Eisinga, is behalve ‘een overheerlijk  kunstwerk’, zoals collega Van Swinden het noemt, ook een monument in de historische stroom van de Verlichting”.

“Een monument van de Verlichting”?, vroeg ik verbaasd, “ en wat heeft Kant ermee te maken”? “Als U mij toestaat wil ik U en mijn studenten daarover graag iets vertellen tijdens ons volgende bezoek”. 

We maakten een afspraak en enkele weken later bezochten Chaudoir en zijn studenten hetPlanetarium opnieuw.

Nadat de vragenlijst was besproken nam Chaudoir het woord.

Allereerst maakte hij zijn studenten een compliment omdat ze dit tweede bezoek zo goed hadden voorbereid en mij op vrijwel elk onderdeel met tientallen vragen hadden bestookt.

“En toch”, zo begon hij, “heb ik één heel belangrijke vraag gemist en daarom stel ik die vraag alsnog.

Jullie hebben wel begrepen, dat Eisinga tijdens de bouw heel veel, zo op het eerste oog, bijna onoverkomelijke problemen moest oplossen. Er zijn momenten geweest dat hij dacht te moeten stoppen, maar hij heeft doorgezet en voor alle problemen een oplossing gevonden. Waar haalde U de wilskracht, het doorzettingsvermogen vandaan om zoiets te realiseren, en waarom en met welk doel hebt U het planetarium gebouwd?”

“Dat zal ik jullie laten zien en vertellen”, begon ik mijn antwoord.

Nu kon ik mijnPlanetarium voor het eerst gebruiken waarvoor ik het had bedoeld. 

Ik nam de aanwijsstok en wees de banen van Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en de Maan één voor één aan en vertelde vervolgens, dat een ‘liefhebber der waarheid’ voorspelde dat door de conjunctie van deze planeten, in mei 1774, het hele zonnestelsel, inclusief de aarde, in een poel van vuur zou ondergaan. 

         “Jullie kunnen aan mijn Hemelsplein met eigen ogen zien dat van een botsing van hemellichamen nooit en te nimmer sprake kan zijn. Ik was ervan overtuigd dat ik met mijn Planetarium mensen kon bevrijden van angst en bijgeloof zodat ze in plaats daarvan konden genieten van de wonderen van het heelal. Die overtuiging heeft mij de kracht gegeven voor alle problemen een oplossing te vinden en de bouw na zeven jaren te voltooien”.   

Nu nam Chaudoir het woord.

“Met Uw Planetarium wilt U mensen bevrijden van angst en bijgeloof, waarin zij gevangen zitten. U leert mensen zelf te kijken, zelf te oordelen en kritisch, open en nieuwsgierig na te denken over wat allerlei onheilsprofeten hen aanpraten, of met de twee beroemde woorden van Immanuel Kant: “Sapere Aude”, denk zelf. 

Tijdens ons eerste bezoek moest ik hier aan denken en was ik met mijn gedachten voortdurend bij de gedachtenwereld van Kant, omdat hij voor mij, als wijsgeer, het hoogtepunt van de filosofie van de Verlichting is.

Tijdens het eerstvolgend college wijsbegeerte zal ik dieper ingaan op de filosofie van de Verlichting en in het bijzonder op de filosofie van Kant.

Het bezoek aan Uw Planetarium was daarvoor een prachtige inleiding.”

       “Maar U hebt mij buitengewoon nieuwsgierig gemaakt, kunt U dat college niet hier en nu geven?” drong ik aan. ”Graag”, antwoordde Chaudoir, “want waar kan ik een passender omgeving vinden, om over Kant te spreken dan hier onder Uw Hemelsplein? En als ik de volgende uitspraak van Kant citeer zal het U onmiddellijk duidelijk worden waarom. Het is een uitspraak die mij tijdens dit- en het vorige bezoek voortdurend door het hoofd heeft gespeeld.En terwijl hij vol bewondering opkeek naar het hemelsplein haalde hij een boek uit zijn tas en las voor:

  “Kijken naar de wonderen van de sterrenhemel en luisteren naar de stem van het geweten, vervullen mijn geest met steeds toenemende bewondering  en eerbied” .

“In het perspectief van deze onmetelijke kosmos”, zo ging hij verder, “zijn wij enerzijds slechts onbeduidende en vergankelijke schepselen, die door hun eerste natuur worden bepaald, maar anderzijds is de mens in de onmetelijke kosmos een uniek schepsel, omdat hij is uitgerust met een tweede natuur, het bewustzijn, dat de eerste natuur verre overstijgt, en daardoor van een oneindig grotere betekenis is. Door het bewustzijn kunnen mensen uitgroeien tot vrije persoonlijkheden, die helder kunnen denken, die beschikken over een eigen geweten en zich daardoor niet laten leiden en vertroebelen door emoties, tradities of bijgeloof.

Dat is het bijzondere van de mens, die daarmee iets waardevols, ja een uniek kunstwerk, toevoegt aan het hele universum.” 

“Dat klinkt erg optimistisch”, viel een student hem in de rede, “want wie is er zo vrij? U misschien, maar ik niet en ik ken niemand die zo uniek is”.

“Kant stelt nadrukkelijk dat mensen kunnen uitgroeien tot vrije persoonlijkheden”, antwoordde Chaudoir.

“Iedereen beschikt over die tweede natuur, hoe verdrongen of verborgen ze ook onder die eerste natuur mag zijn”, ging hij verder, “ en deze tweede natuur reikt elk mens een universele ethische leidraad aan, die hem oplegt zich ethisch te gedragen.

Of een mens uitgroeit tot zo’n uniek wezen, dat deze ethische leidraad respecteert en ernaar handelt, zonder druk van buiten, is afhankelijk van de ontwikkeling van zijn goede wil. Want de goede wil die in elk mens aanwezig is, is de kern, het kloppend hart van het menselijk bestaan. 

Kant vat dat alles in een woord samen: geweten. En luisteren naar het geweten , dat  is luisteren naar de kernwaarden van de Verlichting, vervult, hem dus, evenals het kijken naar de wonderen van de sterrenhemel steeds weer met toenemende bewondering en eerbied”.

  Misschien om recht te doen aan die gedachte, zweeg Chaudoir, keek naar zijn studenten en vervolgens omhoog naar het Hemelsplein.

Alleen het tikken van het uurwerk was te horen. 

Maar de student die al eerder een vraag had gesteld, verbrak de stilte:

“Als de verlichte mens vertrouwt op zijn denkkracht en van de Verlichting verwacht dat deze vooruitgang en welvaart brengt, hoe kan het dan dat Kant, waarvan wordt gezegd dat hij het hoogtepunt van de Verlichting is, in aanbidding ligt voor het geweten en niet voor de ratio?”

Die vraag deed Chaudoir zichtbaar plezier, want hij knikte instemmend en er verscheen een glimlach op zijn gezicht toen hij begon te spreken.

“Aanvankelijk bestond er een groot optimisme over de mogelijkheden van het verstand, maar we zijn bedrogen uitgekomen. 

Het blijkt dat een goed ontwikkelde ratio geen enkele garantie biedt voor vooruitgang en welvaart.

Eigenschappen als verstand, geestigheid, oordelen, moed, vastbeslotenheid, volharding en vele andere zijn op zich goed en wenselijk, maar ze kunnen ook uiterst kwaadaardig en schadelijk worden als de goede wil ontbreekt.

Om die eigenschappen in goede banen te leiden is een goede wil vereist.

De ratio heeft daarom als hoogste bestemming niet het bevorderen van welvaart en voorspoed, maar het ontwikkelen van een goede wil.

De goede wil gaat vaak in tegen de eigen natuurlijke verlangens, behoeften en begeerten en daarmee kan de goede wil de eerste natuur verre overstijgen en van een oneindig grote betekenis worden.

Alleen jammer dat wij vaak te lui en te laf zijn om in te gaan tegen die natuurlijke verlangens. Te vaak geven we toe aan eigen verlangens en blijven daardoor onmondig en gedragen ons niet ethisch. Terwijl wij, juist door te luisteren naar de stem van ons geweten, ons radicaal van alle andere schepselen in de natuur kunnen onderscheiden.Hierover nadenken is al even duizelingwekkend als nadenken over de oneindige kosmos waarin wij ons bevinden.

U bouwde dit Monument der Verlichting en Kant schreef dit monument der Verlichting en Chaudoir toonde ons het boek ‘Kritiek Der Reinen Vernunft’ , waaruit hij zojuist een zin had voor gelezen.

“Dat is voor vandaag genoeg om te overdenken”, sprak Chaudoir.  

 “Toch nog één vraag”, zei Chaudoir toen ze weer buiten stonden en naar de muursteen met de Ooievaar wees. “Waarom een Ooievaar?”

 “Omdat Ooievaar en Zonnewijzer samen mijn verhaal en het verhaal van de Verlichting verbeelden en vertellen.”

“U maakt ons nieuwsgierig, vertel.”

  U hebt het antwoord zelf al gegegeven, want niemand kan het mooier zeggen dan Kant :

“Kijken naar de wonderen van de sterrenhemel” met de zonnewijzer en luisteren naar de stem van het geweten, met de Ooievaar, zij vervullen mijn geest met steeds toenemende bewondering  en eerbied” . 'Sapere aude'

‘EEN BEDSTEE VOL BEVRIJDERS’

 Terwijl onze bedstee ’s-nachts vol stroomde met bevrijders, die allemaal hun boodschap wilden vertellen, klepperde mijn Ooievaar boven alles uit.

Chaudoir die als eerste binnenkwam overstemde het geklepper en riep:

”Verlichting is mensen bevrijden van een vals beeld dat ze van de werkelijkheid hebben.” 

Bevrijden van valse beelden. Daar ging het ook om in het verhaal dat Idserts vader ons lang geleden vertelde over de grot van Plato, over grotbewoners, die met handen en voeten zaten vastgebonden en geen kant op konden en zich lieten betoveren door valse schaduwen en valse echo’s en toen ze werden bevrijd verschrikkelijk kwaad werden, hun bevrijder aanvielen en hem doodden.

Ondertussen was de bedstede helemaal gevuld met ‘bevrijders’.

       Copernicus riep dat niemand hem serieus had genomen, toen hij na lang onderzoek zeker wist, dat de zon een vaste ster was, waar planeten omheen draaiden.  

        “En toen ik dat ontdekte”, onderbrak Galileï hem, “lachten ze mij uit, en maakten mij belachelijk. En toen ik ook nog beweerde, dat de Bijbel ons niet kan leren hoe de hemelen gaan’, maar alleen ‘hoe naar de hemel te gaan’, dwongen ze mij mijn ideeën af te zweren, zo niet, dan ging ik op de brandstapel. Ik heb toen maar eieren voor mijn geld gekozen”.

       “En toen mensen door mijn ‘vlooienkijker’ naar hun eigen lichaam keken”, zei Malpighi, “is mij hetzelfde overkomen. Ze beweerden, dat wat ze zagen, door het apparaat werd misvormd. Domoren zijn het, maar ik werd wel aangeklaagd en mijn ontdekkingen werden veroordeeld als nutteloos en heiligschennis, want zeiden ze: “het lichaam is een woning van de menselijke ziel en daarom heilig.” 

       “En toen ik van de preekstoel verkondigde”, sprak Balthasar Bekker, “dat een komeet geen teken is van een wraakzuchtige God, dat heksenvervolging onzinnig is, dat duivels en kwade geesten geen directe invloed hebben op het alledaagse leven en dat ik in de slang, die Eva verleidde, geen duivel zag, schopten ze me de kerk uit.”.

       “En waarom moest ik vluchten uit mijn vaderland?”, riep Descartes. 

“Omdat het verkondigen van de waarheid levensgevaarlijk is.

En waarom noemden ze mij hier een godslasteraar?”, omdat mensen niet kunnen leven met de waarheid, dat God een klokkenmaker is, die zich niet meer met de schepping bemoeit.”

       Heel in de verte hoorde ik mensen schreeuwen: “Maak dat je wegkomt of we gooien je in de gracht”, maar het gordijn van de bedstee ging langzaam dicht en ik viel in een diepe slaap. 

Toen ik de volgende morgen Chaudoir ontmoette en hem vertelde over de nachtelijke bijeenkomst met de ‘bevrijders’ in de bedstee reageerde hij enthousiast : 

“Als ik dat geweten had, was ik ook even langs gekomen” en hij vroeg wie er waren geweest, wat ze hadden gezegd en vooral wat de Ooievaar had geklepperd.

                                       EISES DIGITALE SCHATKIST

                                       LEES, KIJK, DOE EN ONTDEK

👍Over 'De Grot van Plato' vertelt Idserts vader in EISE VERTELT 9en later

plaatst Eise zijn verlichte helden,onder aanvoering van Socrates, voor de ingang van : DE GROT VAN PLATO

👍

 Spotprent op de filosofie van Kant vind je op  http-          ::hdl.handle.net:10934:RM0001.COLLECT.236588

 In een drukke apotheek wordt rechts een menselijk geraamte onderzocht en uiteengenomen; in het midden worden in een grote kolf filosofie-boeken omgekookt tot `abrakadra'.

👍Ook gefascineerd door de ideeën van Immanuel Kant ?

👍De ideeēn van Kant vind ik ook terug bij Hannah Arendt die denken beschouwde als een innerlijk gesprek. "Je denkt wel alleen maar het is niet eenzaam.: Alleen zijn betekent omgaan met jezelf, een dialoog met jezelf.Die notie 'twee-in- een vergelijkt zij met dialoog met je geweten

Het is beter onrecht te ondergaan dan te begaan.

Wie onrechtmatig handelt gaat zichzelf in het denkende tweegesprek uit de weg, het contact met zichzelf is verbroken

Het kwaad is ontstaan omdat je niet meer bij jezelf te rade kunt gaan. Je bent niet gehoorzaam aan jezelf maar aan de ander.Je weigert te zijn wat je bent : een eenling.

Fenneke van Hartingsveldt 29.05.2017 19:29

Wat een mooi geheel! zoveel informatie, zoveel wijsheid, zoveel beschaving, en dat al van zo lang geleden! Laten we dit alles in ere houden en vooral: doorgeven

Nieuwe reacties

02.12 | 08:37

Deze korte impressie smaakt naar veel meer!!

27.10 | 21:28

Ik haw krekt yn in lêzing fan Meinte Vierstra heard oer Eise Eisinga dy't...

06.02 | 13:45

Tige interessant Meinte, likas de oare stikjes. De formule is ek goed. Koart mar kreftig

21.12 | 13:01

Zo knap als Eise is om de ruimte in te kijken, zo knap is Meinte om de di...